Geschiedenis over het ontstaan van Tembang in Java

Geschiedenis over ontstaan van Tembang in Java.

Door: Rahardjo.

Inleiding.

Over Tembang, Javaanse dichtkunst en verhalen vertellingen, wist ik pas omstreeks 1995 de juiste betekenissen ervan. Vanaf dien waren die één van mijn passies geworden. Daarvoor was ik al vanaf mijn jeugd op Moengo in het district Marowijne – Suriname al geboeid door de schoonheid van de verhalen die verteld werden door de Javaanse ouderen (w.o. ex-arbeidscontractanten Javaanse Immigranten uit Java). Ook over hun “Oeròh Oeròh of Uluk Uluk” gezang door voornoemde ouderen. Meestal tussen 8 tot 10 uur ’s avonds, vanuit de verte toch nog duidelijk te horen. Net als een gezang op de achtergrond. Toen voor mij nog niet te begrijpen aangezien die in Javaanse Krama Taal (Hoog Javaans) werd gezongen. De “de Oeròh Oeròh,” boeide mij toen al. Hierover ook bij verschillende Javaanse ouderen om nadere informatie gevraagd wat voor gezang het was, kreeg ik geen verdere antwoorden dan: “Oeròh Oeròh was een Tembang voor volwassenen, zonder verdere uitleg.”

 De vaardigheid om korte gedichten in het Nederlands te schrijven had ik al vanaf mijn middelbare school in Suriname. De Javaanse gedichten nog niet helemaal, aangezien ik nog bezig was de Javaanse Taal – Ngoko (gewone) en Krama Madio (midden Javaanse taal) beter te leren spreken, begrijpen en schrijven. Maar de Oeròh Oeròh of “Tembang voor volwassenen,” bleef steeds in mijn gedachten.

 

Aanleiding.      

Omstreeks 1956 (ik was toen 14 jaar jong) was ik geïnteresseerd geraakt over het “Ontstaan van de Surinaamse-Javaanse Gamelaninstrumenten en -cultuur in Suriname.” Ook omdat ik toen al eerder wist over “Nembang of Tembang(an),” waarvan bij mij overkwam dat de begrippen door elkaar werden gebezigd door de uitvoerende gamelan zangers en zangeressen (pesiendèns). Ik begon de basisinformatie op Moengo (mijn geboortedorp) over deze onderwerpen te vragen bij de gamelanmuzikanten en de oudere Javanen. Maar kreeg toen onsamenhangende uitleg van hun. Ik besloot toen maar eerst verder de relevante ‘informatie’ te zoeken over het ontstaan van de Gamelaninstrumenten in Suriname.  Al tijdens mijn grote schoolvakanties perioden logeerde ik bij vrienden van mijn grootouders op Meerzorg en Reijnsdorp (Bakkie) om wat meer te weten over de Gamelan (…) en ook Tembang. Toen ik omstreeks 1958 naar Paramaribo verhuisde intensiveerde ik het zoeken naar de informatie over de Gamelan (…) tot ca 1970 en vervolgens van 1995- 2002. Tussenliggende perioden ook in Nederland. Dit speurwerk had geleid tot mijn publicatie in 2011 Zoetermeer: “Het ontstaan van de Surinaamse-Javaanse Gamelan en –Cultuur in Suriname.”

Gedurende mijn speurwerk, vroeg ik ook nog meer uitleg over Tembang. Omdat ik vaak het woord “Tembangen of Nembang,” hoorde. Hetgeen niet meer betekende dan, Javaanse liederen en die door de persoon (m/v) werden gezongen onder begeleiding van een gamelanensemble. Over het algemeen veel gezongen tijdens Javaanse Tayup feesten door de Ledèks (beroeps dansvrouwen) en de meedansende mannen. En ook tijdens de Ludruk (Javaans theater evenement) opvoeringen. Beide evenementen werden begeleid door een gamelanensemble.

Helaas nog niet verder kunnen weten wat eigenlijk “Tembang” betekende, totdat iemand mij wist te vertellen dat “Tembang(an) ” eigenlijk een soort volksgedicht was en daarvan als Tembang of lied werd ‘gezongen.’ Dat was mijn eerste houvast voor verdere zoeken naar de juiste informatie en betekenis over Tembang. Later kreeg ik nog concretere informatie dat “Tembang” een Javaanse dichtvorm bleek te zijn. Mijn zoeken naar de juiste literatuur zette ik voort en vond in het jaar 1999 uiteindelijk het boek: “Geschiedenis van Indonesië; Land, Volk en Cultuur: door Haryati Soebandio, Anuar Bin Addul Rahim en Rob de Ridder (vertaald uit het Engels), 1998. Uitgeverij Unipers, Abcoude.” In 2006 aangevuld door publicatie van Sylvia M. Gooswit en Wonny Karijopawiro; “Traditionele Zang, Muziek en Dans, 2005. Cultuurstudies, MINOV-Paramaribo, Suriname.” En het boek: “Van Tembang tot Jaran Képang,”; Traditionele Javaanse Zang, Muziek en dans in Suriname, door Sylvia M. Gooswit. Ornamibo, 2010- Suriname.  

Vanaf mijn eerste kennis dat “Tembang eigenlijk een soort Javaans gedicht was,” begon ik al mijn eerste Javaanse gedichten te schrijven. Daarbij schreef ik ook de vertaling in poëtisch Nederlands. Zodat mijn voordrachten ook door de toehoorders die de Javaanse taal (nog) weinig van begrijpen, ook konden verstaan.  En ook op traditionele wijze voorgedragen, met eigen gitaar begeleiding.

 

Korte geschiedenis over Tembang.

Tembang is een Javaanse dichtmaat. Veel van de Javaanse literatuur staat in een versvorm. Het is de bedoeling dat deze verzen hardop worden gezongen. Al sinds het eind van de 16e eeuw tot het begin van de 20ste eeuw, waren al deze versvorm van hetzelfde type, de Tembang.

Het literaire erfgoed van Indonesië.
Ik citeer: “Indonesië moet in het historische tijdperk een omvangrijke verzameling van gesproken dramatische literatuur hebben gehad. Veel bevolkingsgroepen bezitten nog steeds een rijke traditie in deze vorm van literatuur. Het voordragen van een epos kan wel circa 30 tot 40 uur duren, en een voorstelling kan soms enkele avonden in beslag nemen. Nog steeds bestaan er personen die zich erop hebben toegelegd deze werken uit het hoofd op te zeggen, maar ze worden zeldzaam. Er zijn nog maar weinigen bereid om de harde training die hiervoor nodig is, te ondergaan. En met het uitsterven van de oudere generatie gaan ook een deel van het Indonesisch erfgoed verloren. (Aldus uit; Geschiedenis van Indonesië. Land, Volk en Cultuur door Haryati Soebadio, AnuarBin Abdul Rahman, Rob de Ridder (vertaald uit het Engels) 1998. Uitgeverij Unipers, Abcoude.”)

Als men gewend is naar voordrachten van westerse gedichten te luisteren, kunnen voordrachten van Tembang wellicht vreemd klinken. Tembang wordt namelijk melodisch voorgelezen en voorgedragen. Om precies te zijn; half zingend en half pratend. De bedoeling is dat de teksten hardop worden gezongen. En daarbij hoort een goede intonatie. Doordat Tembang (dus de wijze van voordracht) een melodie hebben, komen de dichterlijke kwaliteiten volledig tot hun recht. 
N.B: “Als begeleidende instrumenten worden vaak gebruikt; rebab en bamboe suling (fluit), soms ook een demung gamelaninstrument en kendang. Tegenwoordig wordt ook gebruik gemaakt van moderne/ klassieke instrumentaal Javaans muziek. En Javaans gedicht kan ook gezongen worden, bijvoorbeeld in Langgam stijl.

De veelzijdigheid van Tembang.
Tembang wordt voor allerlei functies opgevoerd bijvoorbeeld; liefdesverhalen voorlezen, historische vertellingen, mystieke liederen, romans, brieven en informatie. Bij Tembang gaat vooral om de klanken en intonatie. Tembang verveelt niet gauw, omdat het be-/gezongen wordt en vrijwel iedere versvorm verschillende melodieën kent. Hierdoor kan de tembang voordrager/lezer zelf de vartiaties in de melodie aanbrengen. “Volgens de Javaanse hofdichters uit de achttiende eeuw drukte iedere versvorm een bepaalde stemming uit, en de inhoud moet overeenkomen met die stemming.”

Tembang wordt vaak gepresenteerd bij poëzie bijeenkomsten – tembang evenementen- waar verschillende deelnemers (m/v) om de beurt uit een Javaans gedichtenbundel de verzen e/o gedichten half zingend en half pratend voordragen. Tembang werd en wordt op Java-Indonesië nog steeds beschouwd als een goede methode om jonge mensen te onderwijzen; niet alleen reguliere educatie maar ook culturele literaire vorming. Het sociaal aspect bleef en is het belangrijkste, namelijk; het was toen dé manier om teksten aan anderen te laten horen, zowel aan mensen als aan boven natuurlijke krachten. Door de modernisering en komst van diverse vormen van social media vanaf de jaren 90, vinden ‘Tembang evenementen’ steeds minder plaats op Java.

Wanneer Tembang was ontstaan, kon niet met zekerheid worden gezegd. De oudste was omstreeks 1600 bekend en voorgedragen. Volgens legenden uit latere tijd zou Tembang ontwikkeld zijn door de Wali’s- legendarische Moslimheiligen- die de Islam in de 15e eeuw over Java hadden verspreid. Echter, de stijl treft men ook in Bali, waar de Islam geen vat op had (en heeft). Uit literaire werken blijkt ook dat de Islam geen invloed heeft gehad op Tembang. Dit lijkt dus erop dat Tembang al in de tijd van het Rijk Maja Pahit (1338-1360) bestond. Vanaf de 17e eeuw werden heel veel gedichten in deze stijl geschreven. De dichters verbleven in; de Hoven (paleizen van Sultans), desa’s, afgezonderde Hindoeïstisch- Boeddhistische bergkloosters (voornamelijk in Bali) en in drukke havensteden aan de Noordkust van java (o.a. Semarang). Deze stijl van schrijven en Tembang voordrachten vinden ook plaats buiten Centraal Java o.m.; in Sunda (West-Java), Sasak (Lombok) en ook in Palembang, Zuid-Sumatra. Tembang hoort ook nog bij de traditionele muziek en traditionele drama. In vele gebieden in Indonesië blijven deze Javaanse kunstvorm bij uitvoering van ceremonieën nog populair, met name vooral in Bali. Daar vindt nog steeds de traditionele wijze van voordrachten (in ‘oude Balinese taal’) nog plaats bij bijzondere plechtigheden/ ceremoniën in de tempels. Vaak worden voor het religieuze gedeelte, een aantal vertellingen e/o verhalen ter ere van de voorgaande Geestelijken in ‘gedichtvorm’ voorgedragen; dus half zingen en half praten.

Noot:Er werd ook melding gemaakt dat in de vroegere eeuwen de Boeddhistische geestelijken vanuit Himalaya gebergten en Noord-China hun geschiedschrijven en religieuze teksten meebrachten naar de noordelijke eilanden van Indonesië (toen nog Indische archipel). Met hun waren er ook geschiedschrijvers en dichters meegekomen. Eerst op Sumatra en verder Noord en Zuid-Celebes.  Die werden beschouwd als ‘voorloper’ van de uiteindelijke ‘oorspronkelijke tembang’.”

De Indonesische literatuur uit de klassieke periode kan worden ingedeeld in verschillende genres; sommige zijn overgenomen van andere samenlevingen, andere zijn plaatselijk tot ontwikkeling gekomen. Deze genres beïnvloeden elkaar. Indonesische schrijvers schiepen nieuwe verhalen, waarin figuren uit Zuid-Aziatische bronnen een rol lieten spelen. Wat bewaard is gebleven, is net voldoende om een indruk te geven van de verfijning van de klassieke literaire cultuur. Dichters kregen de verheven titel Mpu. Hun namen zijn bewaard gebleven. De kunst van dichten was één van de kwaliteiten die men verwachtte van een fijnzinnige hoveling.

Waar tot de late 19e eeuw Tembang nog veelvuldig voorkwamen in de Hoven, drong Tembang geleidelijk aan ook tot de middenklasse – en zelfs tot de gewone bevolking. De Tembangs worden op grond van de Javaanse Taal bedacht, geschreven, voorgedragen en ingedeeld in:   

  • Tembang Gedé/ Agung; hhogste niveau, geschreven en gesproken in Krama Inggil ofwel Kraton taal.
  • Tembang madioh; middenniveau, geschreven en gesproken in beschaafde bestuurlijke midden Javaanse taal.
  • Tembang matyapat /tjielih (klein); laagste niveau, geschreven en gesproken in Ngoko laagste Javaanse taal.

De daarbij behorende melodieën zijn in relatie tot de categorieën/indelingen van de gedichten. Daardoor komen de sfeer en de gemoedstoestand in de gedichten tot uitdrukking, t.w.:

  • Romantische gedichten worden voorgedragen in Kinanthi.
  • Gedicht met didactisch karakter of kennisoverdracht in Sinom.
  • Gedichten met heftige driften of strijd in Pankur.
  • Uitingen van gevoelens van heimwee of verlangen in Maskumambang.
  • Neutrale gedichten in Dandang-gula e/o Langgam.

De Tembang Matyapat was in Java, toen er nog geen moderne scholen bestonden (toen slechts in de grote steden en pas circa 1932 uitbreiding naar midden-grote steden), gebruikt voor o.a. het opvoeden van kinderen, het verstrekken van informatie en voorlichting naast de opvoering van de Javaanse literaire kunstvorm. De Tembang Matyapat is vanwege de eenvoud en bijna door iedereen in Java en ook in Suriname verstaan, de meest voorgedragen Tembang. Alsook laagdrempelige en populaire tembang vorm.

Helaas, al deze vormen van Tembangs zijn geleidelijk aan achteruit gegaan naarmate de jongeren (Javaanse generatie) de Javaanse taal weinig gebruiken en daardoor de Javaanse taal weinig/nauwelijks kunnen begrijpen.

Ik schrijf zelf eigen Javaanse gedichten (in Ngoko Javaanse taal) en schrijf die ook in het poëtisch Nederlands.  De daarbij passende melodieën componeren (eigen muzikale creaties) ik ook. De voordrachten van deze gedichten doe ik op traditionele wijze (met eigen gitaar begeleiding). Op deze wijze doe ik mijn bescheiden bijdrage om Tembang als Javaanse literaire kunstvorm te kunnen be- en onderhouden alsook voort te zetten. Ik hoop dat er anderen zullen zijn die ook interesse zullen hebben om Javaanse gedichten te schrijven en die voor te dragen.

Mijn inspiraties om Tembangs te schrijven zijn ontleend uit o.m.: “Vertellingen en verhalen van Javaanse ouderen in Suriname (w.o. ex-contracten) over hum gevoel van heimwee naar hun geboortedorpen desa’s) in Java, hun eenvoudig werk- en woon leven op de plantages in Suriname; over de natuur en over ‘actuele situaties/omstandigheden of uit het leven gegrepen’.”

                                                        

Bronnen:

  • Harrie. Djojowikromo; uit vertellingen en gesprekken met Javaanse ouderen in Suriname (w.o. ex-contractanten) in periode 1958- circa 1970 in Suriname.
  • Silvya M. Gooswit en Wonny Karijopawiro. Traditionele van Zang, Muziek en Dans. Cultuurstudies, MINOV-Paramaribo, Suriname 2005.
  • Sylvia M. Gooswit. “Van Tembang tot Jaran Képang,”; Traditionele Javaanse Zang, Muziek en dans in Suriname. Ornamibo, 2010- Suriname.
  • Haryati Soebadia, Anuar Bin Abdul Rahim, Rob de Ridder (vertaald uit het Engels. Unipers, Abcoude, 1998. Geschiedenis van Indonesië; Land, Volk en Cultuur.