Het Javaans is de taal die in Indonesië, met name op Java, in Suriname (ongeveer 18% van de bevolking) en in Nieuw-Caledonië wordt gesproken.
Door de diaspora (verspreiding) van de Javanen wordt het Javaans nu ook in Frans-Guyana en de Nederlandse Antillen gesproken. De overbevolking van het eiland Java heeft geleid dat er tal van Javanen gemigreerd zijn naar de andere eilanden Sumatra, Kalimantan (Borneo), Sulawesi (Celebes) en de kleine Sunda-eilanden Bali, Lombok en Oost Timor .
Vergeet Nederland niet dat vanwege de kolonisatie van het voormalige Oost-Indië al kennis heeft genomen van deze taal. Ook de migratie van de Surinaamse Javanen vanaf 1975 heeft bijgedragen dat het Javaans nu veel gesproken wordt in Nederland, vooral door oudere Surinaamse Javanen.
Karakteristiek voor de Javaanse taal is het bestaan van verschillende taalsoorten. De taalsoort die men gebruikt is afhankelijk van de betrekking waarin men staat tot degene over of tot wie men spreekt.

De 3 hoofdtaalsoorten in het Javaans zijn:
Het NGOKO, het KRAMA (en het KRAMA INGGIL) en het MADYA
Het Ngoko(Ng.) is de taal van de vertrouwelijkheid, de omgangstaal van mensen van gelijke stand en leeftijd, de taal die in het gezin en naaste omgeving wordt gebruikt.
Dus:
- als men tot een “mindere” spreekt: vader tot zoon, of tegen personen met een lagere status
- vrienden onder elkaar,
- door jonge kinderen.
Het woord Ngoko is samengesteld uit 2 woorden, nl. NGOmong (spreken, praten) en KOwé(jij). Dus iemand aanspreken met JOU en JIJ, in het Frans TU en TOI, oftewel tutoyeren
Het Krama(Kr.) is de taal der beleefdheid. Tegen onbekenden, ondanks dat ze jonger zijn wordt ook het Krama gebruikt, ook uit vrees dat men te kort schiet in de beleefdheid.
Dus:
a. als men tot “hogere” of “oudere”spreekt:
b. tot personen die men niet kent
c. tot personen die men op een afstand wil houden
d. tot personen met een hogere sociale status

Het Krama Inggil (KI) wordt gebezigd wanneer men tot of over hooggeplaatste personen spreekt. Het KI mag je nooit voor jezelf gebruiken. De Javaan vindt dat je jezelf bescheiden moet opstellen. Het aantal KI-woorden is beperkt, ca. 200 tot 300 woorden.
Het Madya is een tussentaal. Dit wordt gebruikt tegen personen van je eigen niveau, maar niet intiem genoeg om NGOKO te spreken. Ook tegen personen met wie je minder formeel een gesprek wilt voeren.
Als je een taal wil leren, is het noodzakelijk dat je de uitspraak van de letters kent. Daarom beginnen we de eerste les met de spelling en uitspraak van het Javaanse alfabet. (hanacaraka).
Het Javaanse alfabet telt 20 letters.
Wat is taal?
Taal is niets anders dan een instrument, een gereedschap om te kunnen communiceren.
Communiceren betekent verbinden.
Als je met iemand communiceert betekent dat je je verbindt met de andere persoon door middel van de taal.
Wat is taal.
We gebruiken taal om te spreken, luisteren, lezen en schrijven. Zo maken we onze wensen kenbaar, vertellen, vragen we iets of uiten onze gevoelens. Het taalgebruik bestaat niet uit woorden alleen, ook gebaren, mimiek lichaamshouding, intonatie en tekenen zijn uitingen van taal
Wat is spelling?
Spelling is het volgen van afspraken die men maakt wanneer men de gesproken taal op papier vastlegt. Deze afspraken zijn bedoeld om het lezen en schrijven zo efficiënt mogelijk te maken door woorden op dezelfde wijze te schrijven. De officiële spelling van het Javaans, zoals boven vermeld, is ingevoerd op 17 augustus 1972.Deze spelling is tegelijkertijd in Indonesië, Brunei(Darussalam),en Maleisië ingevoerd. Echter in 1947 was reeds de OE vervangen door U. Het Surinaams-Javaans heeft echter een andere spelling, omdat deze taal rekening moet houden met de andere in Suriname gesproken talen. De spelling van de Surinaamse talen (Surinaams Javaans, Sarnami(Surinaams Hindoestaans)is per resolutie nr.54, op 26 augustus 1986 aangenomen Om de 5 jaren wordt er een Congres Javaanse Taal gehouden.
SPELLING (EJAAN)
We hebben vaak moeite om uit te vinden hoe de letter a wordt uitgesproken.
Wanneer wordt die als A (kat), AA (paard) en wanneer wordt die als O (pot) uitgesproken.
De eerste twee uitspraken (A of AA) zijn vrij “normaal”, dwz. in gesloten lettergreep wordt deze als A of AA gelezen, bv . kAng (broer), simbAh (oma of opa), sAwAh(natte rijstveld), sapi (=koe), watu (=steen)
Wat de laatste uitspraak betreft (O in pOt) wil ik trachten het volgende uit te leggen.
De a in een open lettergreep op het eind van een woord klinkt altijd als een O (ned.woord pOt). B.v.: Lunga (=vertrekken, weggaan), lima (=vijf). Echter wanneer vóór deze lettergreep eveneens een open lettergreep met de a-klank voorkomt wordt deze ook als O uitgesproken. B.v. A-nA (er is, er zijn), A-pA (wat), sA-ngA (negen).
(in sommige streken van Java, vooral in het westen wordt deze ook als A uitgesproken, deze mensen worden wong APAK genoemd, omdat ze de O niet “kunnen” uitspreken. Mijn buren heetten Mandikarija, Tawikarija en deze a wordt als de Nederlandse A uitgesproken.)
Het in lettergrepen ontleden van de Javaanse woorden is niet hetzelfde als in de Nederlandse taal, bv. het woord sanga wordt in het Javaans op deze manier ontleed:
SA-NGA, terwijl in het Nederlands zou zijn: SAN-GA.
Het ontleden in het Javaans moet voldoen aan het Javaanse alfabet (hanacaraka):
(h)a, na, ca, ra, ka
Da, ta, sa, wa, la,
Pa, dha, ja, ya, nya,
Ma, ga, ba, tha, nga.
Uitspraak van de klinkers:
A.
Niet alleen wordt de a als in bovengenoemd artikel uitgesproken.
Er bestaat ook een verschil tussen schrijf- en spreektaal Javaans:
A wordt als a uitgesproken, bv: mangan (=eten), larang (duur), ora (niet, neen)
A wordt als e uitgesproken, nv: pandita (=kluizenaar, predikant), pamiarsa (=luisteraars), pandega (=knecht). Uitspraak (fonetisch) penditoh, pemiarsoh, pendegoh.
Regel: de a in de derde lettergreep van achteren is toonloos.
A wordt uitgesproken als (javaanse) o, in een open eindlettergreep.
Voorbeeld: zie het alfabet.
Is de voorlaatste lettergreep open dan wordt de a als o uitgesproken. bv. Ana (=er is), aja (=niet doen), apa (=wat). Uitspraak: (fonetisch): onnoh, odjoh, oppoh,
UITZONDERING: het woord ORA (uitspr: ORAH)
E.
E wordt uitgesproken als e, bv merem (=met gesloten ogen), pelem (= mango), ayem (=blij).
E wordt uitgesproken als é (met accent aigu): kéré (bedelaar), jambu mété (=cashew)
E wordt uitgesproken als è (met accent grave): tètèk (=moederborst(kindertaal), mènèk (=klimmen), golèk (=pop, soort meisjesdans, zoeken)
O.
O wordt uitgesproken als o, bv ora(niet), bodo(bot, stompzinnig), koplo(=idioot) O wordt uitgesproken als (javaanse) o, bv. kothong(leeg), bolong(met een gat erdoor), kolor(koord)
I.
I uitgesproken als ie, bv nini (=grootmoeder), pipi (=wang) (open lettergreep)
I uitgesproken als é, bv alis (=wenkbrauw), mulih (=naar huis gaan) (gesloten eindlettergreep)
U.
U uitgesproken als oe, bv yuyu (=zoetwaterkrab), wagu (=lomp, smakeloos), guru (=leraar)
U uitgesproken als oo, bv mabur (=vliegen), lamur (=niet goed kunnen zien)
Er zijn letters die afhankelijk van het woord worden gelezen, bv alis en alise worden gelezen als alés en aliesé (fonetisch), irung en irunge wordt gelezen als iróng en iroengé.
Door dit systeem zijn er veel woorden die op dezelfde wijze geschreven zijn, maar een andere uitspraak en betekenis hebben.
Voorbeelden:
Gendeng kan je lezen als gendeng (=gek) of gendèng (=dakpan)
Cemeng wordt gelezen als cemeng (=zwart) of cemèng (=jong katje)
Emut wordt gelezen als emut (=in de mond houden) of émut (=zich iets tot bewustzijn laten komen)
Kuthuk wordt gelezen als kuthuk (=kuiken) of kuthok (=mak)
Garing (droog) of garèng (=boomkrekel)
Noot: in dit kader probeer ik bij de lessen de woorden met de accenten te schrijven zodat ze makkelijk herkenbaar zijn. Zonder deze diakritische (onderscheidende) tekens zou de leesbaarheid niet duidelijk zijn.
Samensteller: S.S.Nojoredjo
©Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Beleefdheidsvormen
De adat (ongeschreven regel, geboorterecht, traditie) bij de Javanen schrijft voor dat men oudere mensen (dan jijzelf) e/o onbekenden niet zondermeer bij de voornaam aanspreekt. Men vindt dat zeer ongepast, en “not done” als men dit fenomeen NJANKAR hanteert. Njankar betekent zoiets als kleinerend, familiair en uit de hoogte. Ook mensen die hiërarchisch boven je staan mag je ook niet “njankar”en. Misschien vinden jongelui dat zeer ouderwets (sommige kinderen noemen hun ouders bij de voornaam), maar traditie, indien goed toegepast, heeft niets met oubolligheid te maken. Tradities zijn gebruiken en gewoonten die van de ene generatie op de andere worden doorgegeven en bij de Javaan leeft dat (gelukkig) nog steeds. Bij voorbeeld: je oom John (oudere broer van je vader) noem je Siwa John en je tante (jongere zus van je moeder) noem je Bibi (of bih). Je neef, zoon van je Siwa, noem je Kang(kakang), enz. Ook oudere mensen noem je Pak(bapak) of Mbah en ‘Bu(ibu) of Mbah. Zekerheidshalve spreek je een onbekende man aan met Kang (kakang, indien hij er ietsje ouder uitziet dan jij), Mang(paman, indien hij jonger lijkt dan je vader), Wa(Siwa, indien hij/zij ouder lijkt dan je vader) of Pak(bapak, indien hij er oud uitziet). Pak/’Bu of Mbah is de algemene beleefdheidsvorm als je oudere mensen aanspreekt, maar duidt ook je respect aan tegenover de man of vrouw. Ook spreekt men oudere mensen vaak in het derde persoon enkelvoud aan. Het woord sampéyan betekent nl. niet alleen U, maar is een krama-woord voor voet. Dus als je bv Mbah Dipo vraagt waar hij heen gaat zeg je ook: Mbah Dipo ajeng teng pundi? Ipv Sampéyan ajeng ing pundi, mBah?
Op internet zijn er tal van cursussen Javaanse taal, waaronder
pbs-cursus-javaans.jouwweb.nl
Deze cursus is gratis en is ook voorzien van audio voor de uitspraak

